Alhoewel een huis delen voor vele studenten niet zo’n vreemde situatie is, hoor ik vaak verbaasde geluiden als ik over mijn studentenhuis vertel. Zo woon ik op een gang gedeeld met 12 anderen. Op die gang hebben we twee wc’s, twee douches, een washok en een woonkamer/keuken. Mensen vragen zich af of wij elkaar de haren niet uit het hoofd trekken of leven in een permanente zee van afval. Doorgaans valt dat gelukkig alles mee.
Door de corona zijn een aantal van onze huisgenoten naar hun ouders afgetaaid. Toen we in het begin nog maar met 4 over waren, werd snel duidelijk hoeveel gezelligheid wij uit elkaar halen. Opeens was het huis brandschoon, maar prettiger was het er niet van geworden. De ergernissen aan elkaar, kwamen overigens ook nog steeds voor. Ditmaal niet omdat iemand een gek feestje in z’n kamer aan het houden was, maar omdat iemand heel erg luid over zoom aan het blèren was. Que sera, sera.
Een van mijn huisgenoten zei op een dag dat hij dacht dat het nog max een week zou duren voordat we elkaar naar de keel zouden vliegen. Wat een nare flauwekul, dacht ik, als jij nou eens stopt met schreeuwen over de telefoon in de keuken, dan zijn al onze problemen weg. We are fine.
Langzaam kwamen de meeste afvallige huisgenoten wel weer met hangende pootjes naar huis, bij je ouders wonen is immers ook geen rozengeur en maneschijn. Nu we weer gezellig bijna compleet zijn, begon het erop de lijken dat die huisgenoot het misschien toch niet helemaal bij het verkeerde eind had gehad. De situatie kwam tot een kleine ontploffing toen juist die huisgenoot het gare idee had om 7 vrienden uit te nodigen voor zijn verjaardag. Hele discussies ontsprongen waarin een reeks aan wetenschappelijke onwaarheden alleen nog maar meer olie op het vuur gooiden. Opeens was het afgelopen met de rust.
Na wat ongemakkelijke run-ins op de gang, hebben we twee dagen later besloten eindelijk eens regels op te stellen. Ter inspiratie wil ik deze kort delen. We houden ons weer aan het schoonmaakrooster, je moet eerst vragen of het oké is alvorens je gaat bellen in een gedeelde ruimte, en je mag niet meer dan 1 gast per keer uitnodigen. Eigenlijk is het ook niet meer de bedoeling dat je bij meer dan 2 vrienden over de vloer gaat, maar die regel is te moeilijk om af te dwingen, en telt dus niet echt mee.
Ik kan niet zeggen dat dit het opgesloten zitten met elkaar nou echt veel dragelijker heeft gemaakt. Wat wel echt helpt, is samen studeren, koken en naar buiten gaan. Wij hebben het geluk dat we naast ons huis een basketbalveld kunnen gebruiken en dat hier niet zoals in Uilenstede door de politie wordt gepatrouilleerd. Dit laatste is natuurlijk te gek voor woorden, maar daar wil ik maar niet meer stil bij staan. Wees op je hoede, let op de regels en ga altijd in verzet tegen een strafbeschikking.[1]
Als je met veel huisgenoten woont, probeer er dan met z’n allen het beste van te maken. Als je altijd al zocht naar een hardloopbuddy, een studiemaatje of hobbyclubje, is nu je gouden kans. Wees er voor elkaar, en laat irritaties zich niet opkroppen. En dan zal je zien dat, nadat we allemaal weer druk zijn en door de stad vliegen, we met veel nostalgie en verlangen terugkijken op deze gezellig tijd.
Mocht je problemen hebben met je huisgenoten en je niet langer veilig voelen in je huis, kan je dit melden bij het ASVA-meldpunt onveilig wonen.
Kijk op asva.nl/corona voor informatie en tips.
Door Anne-Clarine, medewerker Studentenhuisvesting
[1];Om een beeld te krijgen van hoe kwalijk strafbeschikkingen kunnen zijn, kun je deze artikelen lezen:
Advocatenblad: Crime fighter kan geen magistraat zijn.
NRC: OM legde ten onrechte straffen op.
De Stentor: Advocaat over Lowlands: ‘Ga nooit klakkeloos akkoord met straf vanwege drugsbezit festival’.