Arbeidsrecht
Indien deze mogelijkheid schriftelijk is overeengekomen in het contract tussen jou en het uitzendbureau kan dat helaas wel. Als jij meer dan 26 weken gewerkt hebt vervalt echter de bedongen mogelijkheid om je zonder meer weg te sturen.
Of een ontslag op staande voet terecht is, wordt aan de hand van verschillende criteria getoetst. Zo moet worden bekeken of het ontslag evenredig is met wat jij hebt gedaan. Een keer per ongeluk te laat komen, zal geen grond zijn voor een ontslag op staande voet. Structureel te laat komen en daarbij de waarschuwingen negeren wel.
Als je denkt dat het ontslag onterecht is, kun je de situatie door een kantonrechter laten toetsen. Als de rechter meent dat het ontslag ‘kennelijk onredelijk’ is, kan die de arbeidsovereenkomst herstellen of een schadevergoeding aan jou toekennen.
Ja. Wanneer je na het einde van je dienstverband nog aanspraak heb op vakantiedagen kun je jouw werkgever verzoeken deze alsnog uit te betalen ook al is de arbeidsovereenkomst tussen jullie geëindigd.
Indien je een arbeidsovereenkomst binnen de proeftijd op wil zeggen, is er geen probleem: je kunt gewoon een brief schrijven en daarin vermelden dat je de overeenkomst opzegt. Als je een contract voor een bepaalde tijd hebt, waarin geen beëindigingsbeding is overeengekomen, heb je een probleem: het arbeidscontract moet in zijn geheel uitgediend worden. Als je dat niet doet ben je schadeplichtig. Alleen wanneer jouw werkgever het er ook mee eens is, kan het contract voortijdig eindigen.
Een contract van onbepaalde tijd kun je laten eindigen door middel van wederzijds goedvinden, opzegging of ontbinding door een kantonrechter.
De proeftijd moet schriftelijk worden overeengekomen. De proeftijd moet voor beide partijen gelijk zijn en mag niet langer zijn dan twee maanden. De proeftijd is nietig indien er een langere termijn is afgesproken, dan geldt er dus helemaal geen proeftijd.
- Bij een arbeidsovereenkomst voor korter dan zes maanden geldt nooit een proeftijd. Als er wel een proeftijd in je overeenkomst staat dan is die niet geldig.
- Bij een arbeidsovereenkomst voor tussen de zes maanden en maximaal twee jaar is de maximale proeftijd één maand.
- Bij tijdelijke contracten die langer duren dan twee jaar, of contracten voor onbepaalde tijd, mag een proeftijd twee maanden duren.
Door middel van een CAO kan van de voorgaande regels worden afgeweken. In principe staan er tijdens de proeftijd geen opzegverboden in de weg. Jouw werkgever kan dus binnen de proeftijd de arbeidsovereenkomst opzeggen. In slechts enkele gevallen bestaat er op deze regel een uitzondering, bijvoorbeeld als je werkgever de overeenkomst opzegt op grond van discriminatoire redenen.
In een tweede (opvolgend) contract bij dezelfde werkgever mag in principe geen proeftijd meer worden afgesproken. Jullie hebben namelijk al kennis gemaakt. Alleen als je nieuwe functie heel anders is kan dat anders zijn.
Nee, zelfs als je onder een 0-urencontract werkt, mag je werkgever niet zomaar je uren verminderen als je gedurende de afgelopen drie maanden op dezelfde dagen, dezelfde hoeveelheid uren hebt gewerkt. Heb je een contract waarin het aantal werkuren is vastgesteld, dan mag je werkgever zeker niet zomaar je uren verminderen, tenzij de urenvermindering voor zijn rekening komt.
Als je bent opgeroepen en je bent bereid de arbeid te verrichten, dan heb je in ieder geval recht op drie uur salaris, zelfs als je maar een half uurtje gewerkt hebt. Hierop heb je recht, ongeacht het feit dat je een 0-uren contract hebt.
Nee, na drie tijdelijke contracten of na 3 jaar gaat een tijdelijk contract vanzelf over in een vast contract. Dus na 3 tijdelijke contracten (dus bij ingang van je vierde contract) ben je automatisch vast in dienst. En na 36 maanden (3 jaar) plus een dag ben je in vaste dienst. Tussen tijdelijke contracten mag niet meer dan 6 maanden zitten. Dan begint de telling opnieuw.
PAS OP: bij CAO kan hiervan worden afgeweken. Stuur gerust een mailtje zodat we samen kunnen uitzoeken wat er voor jou geldt.
In eerste plaats is het verstandig om het te melden aan je werkgever. Die moet ervoor zorgen dat het gedrag van jouw collega ophoudt.
Wanneer aan jouw melding geen gehoor wordt gegeven, of wanneer het je werkgever is die jou lastig valt, kun je schriftelijk een verzoek indienen bij de Commissie Gelijke Behandeling om een onderzoek in te stellen. Indien de commissie jou in het gelijk stelt, kunnen zij in rechte vorderen dat het intimiderende gedrag onrechtmatig verklaard wordt. Indien aan dit oordeel niet tegemoet wordt gekomen door jouw werkgever, bestaat nog altijd de mogelijkheid om het probleem via de rechter op te lossen. De rechter zal vaak het oordeel van de Commissie Gelijke Behandeling overnemen, maar daartoe is die niet verplicht.
Wanneer je de Commissie Gelijke Behandeling wilt benaderen, kijk dan op www.cgb.nl
DUO
Het bestuursorgaan dat het besluit genomen heeft, is niet meer verplicht om het bezwaar te behandelen. Als het besluit zeer onjuist is, kun je altijd nog een brief schrijven waarin je het bestuursorgaan vraagt het besluit te herzien. Ze zijn je echter tot niets verplicht. Een termijnoverschrijding is alleen bij overmacht in zeer bijzondere omstandigheden verschoonbaar.
Op de brief waarop het besluit van DUO staat omschreven, staat naar welk adres en binnen welk termijn je een bezwaarschrift kunt indienen. Als dit er niet op staat is er geen sprake van een besluit waar je bezwaar tegen kan maken, of DUO is vergeten te vermelden dat dit kan. Neem in deze gevallen contact op met het rechtsbureau.
In je bezwaarschrift zet je uiteen waarom jij het oneens bent met het besluit. Laat ook duidelijk blijken dat jouw brief een bezwaarschrift is door simpelweg bovenaan ‘bezwaarschrift‘ te zetten.
Indien DUO het bezwaar afwijst, kun je tegen het besluit in beroep gaan bij de bestuursrechter. Een bezwaar- of beroepsprocedure is vrij laagdrempelig, maar het is wel verstandig om advies te vragen van een deskundige, zoals een medewerker van het ASVA Rechtsbureau, een advocaat of een andere rechtshulpverlener. Zij kunnen je helpen met het opstellen van een bezwaarschrift en de termijnen in de gaten te houden.
Huurrecht
Een kamer vinden in Amsterdam is niet gemakkelijk. De kans is sterker nog vrij klein dat je een goede, betaalbare kamer vind. Kijk voor tips en meer informatie op de pagina van studentenhuisvesting.
De gronden waarop de verhuurder de overeenkomst met jou kan opzeggen, staan limitatief weergegeven in de huurwet. Het betreft de volgende gronden:
- De huurder gedraagt zich niet zoals een goede huurder betaamd.
- De huurovereenkomst is slechts van tijdelijke duur en wordt op deze grond opgezegd om te voorkomen dat deze stilzwijgend wordt voortgezet.
- Dringend eigen gebruik van verhuurder. In dit geval is de verhuurder verplicht de huurder een passende andere woonruimte aan te bieden, of die moet kunnen aantonen dat er passende woonruimte voorhanden is.
- De verhuurder heeft een redelijk voorstel tot een nieuwe overeenkomst gedaan.
- In verband met een geldig bestemmingsplan is het noodzakelijk dat de huur beëindigd wordt.
- Zwaarwegende belangen van de verhuurder van kamers. Deze opzeggingsgrond geldt slechts wanneer de verhuurder zelf ook het hoofdverblijf in de woning heeft.
Als de verhuurder de huur opzegt en de huurder het daar niet mee eens is, is de verhuurder verplicht via de rechter te handelen om zijn huurder uit zijn woning te krijgen. Dit hoort bij de huurbescherming. Zolang de rechter niet heeft beslist dat de huurder het huis uit moet, loopt de huurovereenkomst gewoon door. Dit geldt zelfs als een tijdelijk contract is afgesproken. Er zijn enkele uitzonderingen hierop mogelijk, bijvoorbeeld bij ‘dringend eigen gebruik’ door de verhuurder, zie verder onder de vraag ‘Op welke gronden kan de verhuurder de huurovereenkomst opzeggen?’.
Als de huurder in hoger beroep gaat, loopt de huurovereenkomst meestal door totdat de rechter in hoger beroep heeft beslist dat de huurder de woonruimte moet verlaten.
Als de huurder niet in hoger beroep gaat, wordt de uitspraak van de lagere rechter na een bepaalde tijd onherroepelijk en kan de huurder uit de woning worden gezet indien de uitspraak voor de huurder negatief was.
De huurder kan zijn huurcontract opzeggen middels een aangetekende brief waarin hij dit vermeldt of door middel van een brief (exploot) van een deurwaarder. Omdat dit laatste veel duurder is, is het raadzaam de brief aangetekend te verzenden.
De opzegtermijn van de huurder is gelijk aan de betalingstermijn zoals omschreven in de huurovereenkomst, met een minimum van een maand en een maximum van drie maanden. Het is van belang om de opzegging te doen voor de eerste dag van de maand, tenzij anders is overeengekomen in het huurcontract.
Bij een huurcontract voor bepaalde tijd dient de afgesproken tijd wel vol gemaakt te worden.
Een van de hoofdverplichtingen van de verhuurder is het bieden van een rustig woongenot aan de huurder. Een rustig woongenot wordt bijvoorbeeld verstoord als de verhuurder de woonruimte binnendringt of de huurder op andere manieren lastig valt. Bij kamerverhuur ontstaat snel onduidelijkheid over wat de huurder en de verhuurder wel en niet mogen doen. Rechters houden de volgende regels aan:
- De verhuurder kan in geen geval de toegang tot de woonruimte worden ontzegd. Ook de huurder mag de verhuurder niet verhinderen binnen te komen.
- De verhuurder dient aan te bellen en te wachten tot voor hem wordt opengedaan.
- De verhuurder moet een welomschreven doel voor zijn bezoek hebben.
- De verhuurder mag zich niet zonder meer toegang verschaffen tot gemeenschappelijke ruimte van verschillende huurders.
- De verhuurder mag alleen binnenkomen om zijn ‘verhuurderstaak’ uit te oefenen.
- Een huurder heeft het recht om een nieuw slot op de deur te zetten, mits de verhuurder zich in een noodsituatie toegang tot de verhuurde ruimte kan hebben.
Bijna alle verhuurders vragen aan hun nieuwe huurder een waarborgsom. In juridisch opzicht zijn daaraan geen bezwaren verbonden. Als na jouw vertrek blijkt dat de woning niet in goede staat is achtergelaten, kan de verhuurder de kosten voor herstal verrekenen met de borgsom. Ook kan de verhuurder een eventuele huurachterstand verrekenen met de waarborgsom.
Je kunt de borg het beste vanaf je bank- of girorekening overschrijven. Zo heb je altijd een betalingsbewijs. Mocht je verhuurder de borg graag cash willen, vraag dan altijd om een kwitantie of een betalingsbewijs. Niet alle verhuurders zijn zo betrouwbaar dat zij de borg ook teruggeven!
Meestal is de borg gelijk aan één maand huur. Is de huur aan de lage kant, dan is een borg van twee maanden ook wel toegestaan. Over het algemeen is een borg van meer dan twee maanden niet redelijk.
Het kan voorkomen dat jouw verhuurder de borg niet wil terugbetalen omdat er volgens hen iets mankeert aan de staat van de kamer, terwijl dit volgens jou niet zo is, kun je een procedure starten om het geld terug te krijgen. De bewijslast ligt bij de verhuurder: die zal dus moeten bewijzen dat er echt iets aan de staat mankeert. Toch is het verstandig om zowel aan het begin als aan het einde van je huur foto’s te maken van je woning.
Sleutelgeld, dus het vragen van geld voor het ontvangst van de sleutel, is nooit toegestaan! Ook niet als het sleutelgeld een andere naam heeft als ‘eindschoonmaakkosten’, of ‘begin inspectie’.
Als je een kamer of huis vindt via een makelaar, vraagt die soms bemiddelingskosten aan jou in ruil voor het vinden van een woning. Dit mag niet. Als een makelaar huurder en verhuurder aan elkaar verbindt, mag die makelaar aan aan de verhuurder bemiddelingskosten rekenen. Dus onder geen omstandigheden hoef jij, de huurder, bemiddelingskosten te betalen.
Ook als de bemiddelaar de kosten een andere naam geeft, zoals administratiekosten, contractkosten, eenmalige kosten huurder, verhuurkosten, of makelaarskosten, mag dit niet.
Een campuscontract is rechtsgeldig, zo staat in art 7:274 lid 4 BW. Als je een campuscontract afgesloten hebt is jouw huurovereenkomst gekoppeld aan je inschrijving bij een onderwijsinstelling. Dit heeft tot gevolg dat je jouw kamer zult moeten verlaten als je inschrijving een onderwijsinstelling eindigt. Jouw verhuurder mag jaarlijks om een bewijs van inschrijving vragen, zodat die kan controleren of je wel ingeschreven staat bij een onderwijsinstelling. Je hebt altijd drie maanden de tijd om dit bewijs te overhandigen.
Als je een campuscontract hebt en je kunt geen bewijs van inschrijving overhandigen, is jouw verhuurder bevoegd de huur op te zeggen. Als de huur wordt opgezegd, kom je gelukkig niet direct op straat te staan. De verhuurder is namelijk gebonden aan een wettelijke opzegtermijn die, afhankelijk van jouw woonduur, tussen de drie en zes maanden ligt. Blijf je echter zitten waar je zit, dan kan jouw verhuurder naar de rechter stappen om je alsnog uit je kamer te krijgen. En als de verhuurder die procedure dan wint, worden de kosten uiteraard op jou verhaald.
Let op! In de huurovereenkomst moet zijn bepaald dat de woning na beëindiging van de huurovereenkomst opnieuw aan een student zal worden verhuurd. Is dit niet het geval, dan kun je betogen dat er geen sprake is van een campuscontract en mag jouw verhuurder de huur niet opzeggen op basis van het feit dat jij geen bewijs van inschrijving bij een onderwijsinstelling kunt overhandigen.
Rechterlijke stappen zijn een laatste redmiddel bij conflicten. Uit de praktijk blijkt dat het ondernemen van juridische stappen de sfeer tussen jou en je huisbaas zodanig kan verpesten dat rustig huren niet meer mogelijk is. Probeer in eerste instantie je problemen op te lossen door middel van onderhandeling of gesprekken met je huisbaas. Bemiddeling door een onafhankelijke derde kan ook een oplossing zijn.
Je kan altijd het ASVA Rechstbureau om advies vragen. We raden je aan dit niet meteen aan je huisbaas te vertellen, omdat het bedreigend kan overkomen.
Als nieuwe huurder wil je misschien weten of je niet te veel huur betaalt. In zo’n geval kun je het puntensysteem toepassen. Aan de hand van deze checklist, waarbij je voor elke voorziening punten optelt, kun je bepalen wat een redelijke huurprijs is. Hoe meer punten, hoe meer huur de verhuurder mag vragen.
Als blijkt dat je te veel huur betaalt en de verhuurder wil geen huurverlaging geven, kun je naar de Huurcommissie stappen. Doe dit wel binnen 6 maanden na aanvang van het huurcontract! Als je een vrijesectorwoning huurt kan je daarna namelijk niet meer naar de huurcommissie. Je kunt dan wel via de rechter je huurprijs voor de toekomst laten verlagen.
Op de website van !WOON vind je informatie over het puntensysteem en een verwijzing naar een formulier om het toe te passen op jouw woonruimte. Er zijn verschillende puntentellingen voor respectievelijk kamers en zelfstandige woonruimtes.
Een verhuurder moet een huurverhoging schriftelijk voorstellen. Hoe hoog deze mag zijn verschilt per jaar. Kijk hier of de huurverhoging van jouw kamer niet te hoog is. Als jouw verhuurder een voorstel doet tot huurverhoging, moet dit voorstel aan de volgende criteria voldoen:
- Het voorstel moet tenminste twee maanden voorafgaand aan de huurverhoging ontvangen zijn door de huurder.
- Het verhogingspercentage moet vernoemd worden.
- De oude huurprijs en de nieuwe huurprijs moeten vernoemd worden.
- De ingangsdatum van de verhoging moet vernoemd worden.
- De bezwaartermijn moet vernoemd worden.
Indien je het niet eens bent met de huurverhoging, kun je een bezwaarschrift indienen bij je verhuurder. Dit moet binnen de bezwaartermijn ingeleverd worden. Zo’n bezwaarformulier kun je downloaden op www.huurcommissie.nl.
Als jouw verhuurder niet aan je bezwaar tegemoet komt, mag die je niet zomaar op straat zetten. Die zal in dat geval de verhoging via de rechter moeten afdwingen.
De verhuurder is verantwoordelijk voor het grote onderhoud en is verplicht dit uit te voeren. Denk bijvoorbeeld aan reparaties van lekkages, grote verstoppingen, het buitenschilderwerk (binnenschilderwerk is voor de huurder), vervanging van kapotte deuren en kozijnen. Ook grote reparaties aan of het vervangen van douche, bad of toilet, of keuken komen voor rekening van de verhuurder. Er zijn verschillende categorieën gebreken, meer informatie hierover vind je op de website van !WOON.
Ondanks het feit dat de verplichtingen van de huurder en de verhuurder duidelijk omschreven zijn, komt het soms voor dat een verhuurder zijn verplichtingen niet nakomt. Als huurder heb je dan verschillende mogelijkheden om ervoor te zorgen dat de verhuurder de reparaties of het onderhoud wel uitvoert.
Ten eerste kun je contact zoeken met de verhuurder en proberen in goed overleg tot een oplossing te komen. Heeft dit geen effect, dan kun je terecht bij de gemeente (afdeling Bouw- en Woningtoezicht) of bij de rechter. De gemeente kan de verhuurder een brief sturen waarin hem of haar wordt verzocht om de reparaties of het onderhoud uit te voeren. Gaat de verhuurder daar niet op in, dan kan de gemeente de werkzaamheden laten verrichten en de rekening hiervan naar de verhuurder sturen. Bij de rechter zijn er drie mogelijkheden om de verhuurder te dwingen om zijn verplichtingen na te komen:
- De huurder kan een procedure starten om zo de verhuurder te verplichten de reparaties of het onderhoud uit te voeren op straffe van een dwangsom.
- De huurder kan zich laten machtigen om de werkzaamheden te (laten) verrichten. De rekening hiervan is dan voor de verhuurder. In overleg met de rechter kan de rekening door de verhuurder worden voldaan door middel van een verrekening met de te betalen huur.
- De huurder kan eerst de verhuurder, en indien deze weigerachtig is, de rechter, vragen om een gedeelte van de huurovereenkomst te ontbinden. In de praktijk komt dit erop neer dat de huurder minder of zelfs geen huur hoeft te betalen totdat de verhuurder zijn verplichtingen is nagekomen.
Onderwijsrecht
Rechtsbescherming voor studenten houdt in dat zij in beroep kunnen gaan tegen besluiten van de onderwijsinstelling waaraan zij studeren. De onderwijsinstantie is verplicht organen in te stellen die een onafhankelijk oordeel kunnen vellen over het geschil. Op elk besluit staat altijd aangegeven waar en op welke termijn je bezwaar kunt maken. Vermelding van deze gegevens is wettelijk verplicht.
Voorbeelden van besluiten waartegen je bezwaar kunt maken zijn cijfers voor tentamens, scripties en andere toetsvormen of een Bindend Studie Advies (BSA). Als het bezwaar wordt afgewezen, kun je altijd nog terecht bij het COBEX (zie hierboven) van jouw onderwijsinstelling.
Een BAS of BSA moet aan de volgende eisen voldoen:
- Een opleiding mag alleen een bindend studieadvies geven als ze daarvoor toestemming heeft van het bestuur van de instelling waar de opleiding onder valt. Een bindend studieadvies dat is gegeven zonder dat de opleiding toestemming heeft van het College van Bestuur om dat soort adviezen te mogen geven, is niet rechtsgeldig.
- De opleiding mag slechts een bindend studieadvies geven als ze ervoor gezorgd heeft dat de studiebegeleiding en de studeerbaarheid van het programma niets te wensen overlaten. Als deze niet goed zijn valt het niet alleen de student toe te rekenen dat hij niet het gewenste aantal punten heeft behaald.
- De student moet op tijd in het jaar een waarschuwing krijgen dat hij bij onvoldoende verbetering een negatief bindend studieadvies zal krijgen. Het is belangrijk dat er genoeg tijd zit tussen deze waarschuwing en het uitbrengen van het definitieve studieadvies: de student moet de gelegenheid krijgen om alsnog te kunnen laten zien dat hij wel geschikt is voor de studie, en dus genoeg studiepunten kan halen om door te mogen gaan.
- Het bestuur van de instelling is verplicht om de student de gelegenheid te geven om gehoord te worden, als de opleiding erover denkt hem een negatief bindend studieadvies te geven.
- De opleiding moet van het begin af aan heel duidelijk aan hebben geven dat er gewerkt wordt met een bindend studieadvies. Studenten moeten dit al weten voor ze een keuze hebben gemaakt voor de betreffende opleiding.
- Er moet rekening gehouden worden met de persoonlijke omstandigheden van de student. Het is namelijk zo dat alleen factoren die betrekking hebben op studievoortgang en studieresultaten de basis mogen zijn voor het BAS. Het bestuur van de instelling moet in zijn afweging de persoonlijke omstandigheden van de student betrekken die een rol hebben gespeeld bij de studievertraging.
Voorbeelden van persoonlijke omstandigheden zijn: ziekte, een stoornis, zwangerschap, bijzondere familieomstandigheden en lidmaatschap van een raad van de instelling. Het is trouwens erg belangrijk dat de student persoonlijke omstandigheden die invloed hebben op de studievoortgang meldt bij de studieadviseur zodra ze zich voordoen, dus niet pas aan het eind van het jaar!
Preventie
Om te voorkomen dat je een negatief BSA of BAS krijgt moet je in de eerste plaats uiteraard proberen aan de studiepuntennorm te voldoen. Als je aan ziet komen dat dit niet gaat lukken door persoonlijke omstandigheden of door fouten van slechte begeleiding vanuit de opleiding, moet je dit zo snel mogelijk aangeven bij je studieadviseur. Doe dit bij voorkeur schriftelijk (via e-mail of brief) zodat je later kan bewijzen dat je het tijdig aangegeven hebt.
Bezwaar
Als je als student een bindend studieadvies hebt ontvangen en je het niet eens bent met deze beslissing, kan je een gesprek hierover aanvragen bij je studieadviseur. Als de adviseur je niet kan helpen, kan je in bezwaar gaan tegen de beslissing bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). Let er op dat je dit binnen een bepaalde termijn (4 weken) nadat het BAS gegeven is moet doen! Als de termijn verloopt kun je meestal niets meer doen.
Het bezwaar moet je per brief, per aangetekende post (kan bij het postkantoor) versturen aan de COBEX. In de brief leg je uit waarom het BAS niet aan jou gegeven had mogen worden. Concentreer je daarbij op de zes hierboven genoemde eisen waaraan een BAS moet voldoen.
Als er haast bij een bepaalde beslissing is, omdat je bijvoorbeeld wel al wilt kunnen beginnen met het tweede jaar, kan je een voorlopige voorziening aanvragen. Het aanvragen hiervan is alleen mogelijk tegelijk met of na het indienen van een bezwaarschrift, en zorgt ervoor dat de voorzitter van het COBEX snel een tijdelijke uitspraak doet waar beide partijen zich aan moeten houden tot de definitieve beslissing is genomen.
Het kan natuurlijk zo zijn dat je als student niet tevreden bent met de uiteindelijke beslissing van het COBEX. In dat geval kan de zaak nog voorgelegd worden aan een civiele rechtbank of aan een administratieve rechter. In die gevallen moet een klein bedrag aan griffierechten betaald worden, die de student weer terugkrijgt indien hij gelijk krijgt van de rechter.
Als je studievertraging oploopt is het belangrijk om hierover zo snel mogelijk informatie in te winnen bij de onderwijsinstelling waar je ingeschreven staat. In geval van bijzondere omstandigheden zoals ziekte, kun je een extra studiebeurs toegewezen krijgen. De regels voor het toewijzen van deze studiebeurzen verschillen per onderwijsinstelling. Op grond van art 7.51 WHW moet je, om recht te hebben op een financiële ondersteuning, in ieder geval voldoen aan de volgende voorwaarden:
- Je moet ingeschreven staan bij een hoger onderwijsinstelling (hogeschool of universiteit).
- Je hebt recht op studiefinanciering.
- Er is sprake van een bijzondere omstandigheid (ziekte, zwangerschap, bestuursfunctie, etc.).
- Je loopt studievertraging op.
Studentenorganisaties
Het is bij verzekeringen van belang jezelf de vraag te stellen wat je precies wilt verzekeren en daar de goede verzekering bij te zoeken. Hieronder staan een aantal van de belangrijkste verzekeringen uitgelegd. Deze zijn niet voor alle verenigingen even relevant, maar geven wel een goed beeld van de mogelijkheden.
Let bij verzekeringen altijd op de volgende dingen:
- Het eigen risico.
- Een inboedelverzekering met 5000 euro eigen risico is voor een groot bedrijf waarschijnlijk prima. Voor de gemiddelde vereniging zal er dan bijna niets wel gedekt zijn.
- De kleine lettertje, wanneer dekken ze wel of niet.
- Vaak willen verenigingen bijvoorbeeld diefstal verzekeren. Diefstal van geld uit de kas is helaas praktisch onverzekerbaar en ook bij diefstal van voorraad moet je goed op de dekkingsvoorwaarden letten.
- Ook dekken veel verzekeringen alleen ‘kantoor aansprakelijkheid’ (zo noemde een tussenpersoon het ooit). Daarmee bedoelen ze dat ze geen dekking verlenen in het buitenland of tijdens evenementen/feesten.
- Dubbele dekking. Betaal niet te veel door dubbele dekking te voorkomen.
- Veel aansprakelijkheidsverzekeringen zijn al inclusief (basis) rechtsbijstandverzekering.
- Veel reisverzekeringen hebben zijn al inclusief annuleringsverzekering.
- Weegt de premie op tegen het risico?
- Is de verzekering wel de moeite waard?
(Bedrijfs)Aansprakelijkheidsverzekering
Allereerst bestaat er de aansprakelijkheidsverzekering. Deze beschermd de vereniging tegen claims van leden en anderen. Als iemand door toedoen van het bestuur of een commissie schade leidt (op reis) dan kan zo’n verzekering uitkomst bieden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan iemand die dronken van een (door jullie opgezet) springkussen valt of het kwijtraken van de koffers door de reiscommissie. De exacte dekking hangt sterk af van de verzekering. Doorgaans zal een standaard aansprakelijkheidsverzekering geen dekking bieden buiten Nederland of op grote evenementen. Neem daarover contact op met de verzekeraar.
Verbonden aan deze verzekering zit vaak ook een rechtsbijstandverzekering zodat jullie bij claims tegen jullie gebruik kunnen maken van een door de verzekeraar (gedeeltelijk) betaalde jurist.
Rechtsbijstandverzekering
Een rechtsbijstandverzekering dekt de juridische kosten die je maakt als je een juridisch probleem hebt. Hierbij zijn een aantal dingen belangrijk. Deze verzekeringen dekken vaak alleen vrij specifieke soort zaken. Lees de polis dus goed door. Daarnaast helpt deze verzekering soms alleen bij zaken die door een andere partij zijn ingesteld. Dus wel als iemand jullie aanspreekt voor schade, maar niet als jullie zelf achter iemand aan moeten.
Tot slot is het belangrijk te realiseren dat een rechtsbijstandverzekering alleen de kosten voor de juristen en de rechtszaken dekt en als jullie de zaak verliezen dus niet opdraait voor de vergoeding die jullie daadwerkelijk moeten uitkeren aan de tegenpartij.
Bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering
In principe is de vereniging verantwoordelijk voor eventuele schade en niet het bestuur. Bij ‘onbehoorlijk bestuur’ kan het echter zo zijn dat de bestuurders wel persoonlijk worden aangesproken. Een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering beschermt dan het bestuur tegen zulke claims.
Vooral bij faillissement is dit een belangrijk concept, maar ook bij aansprakelijkheid kan dit een rol spelen. De exacte voorwaarden daarvoor zijn vrij juridisch en gaan iets te ver voor dit advies.
Inboedelverzekering
Een inboedelverzekering dekt de schade aan je inboedel (dûh). Dat betekend dat schade aan je voorraad (bijv. Frisdrank, labjassen en boeken), meubilair (bijv. Tafels en computers), en/of andere eigendommen (bijv. Decorstukken en mobiele taps) gedekt is. Let op de polis voorwaarden om te zien wat precies gedekt is.
Diefstal bijvoorbeeld is vaak niet gedekt en diefstal van geld is vrijwel nooit gedekt.
Voor brandschade is de voorwaarde waarschijnlijk dat er voldoende veiligheidsmaatregelen zijn genomen. Mochten jullie in een UvA of HvA zijn gehuisvest dan zal dit wel goed zitten.
Tevens is het belangrijk te kijken naar het eigen risico. Voor veel verenigingen zal een eigen risico van een paar duizend euro betekenen dat er in feite niets is gedekt.
Tot slot moet je inschatten wat je inboedel echt waard is. Voor een voorraad bier en fris zal dat niet zo moeilijk zijn. Als het gaat om documenten, computers of decorstukken. Dan is het van belang om te realiseren dat meestal niet de nieuwwaarde is gedekt, maar de dagwaarde. Dat betekend dat alle spullen ieder jaar iets minder gedekt zijn. Een computer van 5 jaar oud is vaak volgens de verzekeraar al niets meer waard. Bovendien is het soms onmogelijk aan te tonen welke inboedel überhaupt is beschadigd. Zonder degelijke inventarisatie van je eigendommen wordt dit heel lastig.
Reisverzekering
Een (collectieve) reisverzekering dekt de kosten voor allerlei problemen die je tegen kan komen op reis. Denk aan diefstal/verlies van bagage, extra ziektekosten ter plekke, een hotel dat plotseling afzegt, etc. Het is belangrijk om te kijken wat de toegevoegde waarde is van deze verzekering. Soms is het eenvoudiger iedereen te verplichten een individuele reisverzekering af te laten sluiten. Zo weet je zeker dat er niets onnodig dubbel gedekt wordt.
Maak ruim voor aanvang (het liefst bij inschrijving) bekend of jullie een reisverzekering afsluiten zodat de deelnemers zich daarop kunnen voorbereiden.
Annuleringsverzekering
Een annuleringsverzekering is eigenlijk een bijzonder soort reisverzekering. Die vergoed alle kosten die je gemaakt hebt voor je reis wanneer je moet annuleren. Vaak zijn de voorwaarden voor annuleren vrij streng. Dat mag vaak bijvoorbeeld alleen bij ziekte of wanneer het reisadvies veranderd. Deze verzekering zou erg handig kunnen zijn voor jullie met het oog op corona. Let goed op bij het afsluiten van zo’n verzekering. Veel verzekeraars sluiten alle corona gerelateerde annuleringen tegenwoordig uit. Dan heb je dus in feite niets aan deze verzekering.
Een methode die sommige sommige verenigingen toepassen is het vragen van 5/10% extra als onvoorziene uitgave. Mocht er iets misgaan op reis dan wordt die extra pot aangesproken, zo niet dan wordt dat teruggestort naar de deelnemers. Als annuleringsverzekering werkt dat natuurlijk niet, maar het kan wel de noodzaak voor een reisverzekering verminderen (of ten minste het eigen risico dekken).
Andere verenigingen
Het blijft natuurlijk een ingewikkelde afweging om te bedenken hoe de kosten van verzekeren opwegen tegen de risico’s. Die inschatting kan ik niet voor jullie maken. Mogelijk kan je andere verenigingen bellen om te vragen hoe zij dat regelen. Voor alle studieverenigingen organiseert ASVA eens in de zoveel tijd een overleg, zogenaamde SVO’s. Je kan contact opnemen met verenigingen@asva.nl om daar iets op de agenda te zetten, of je kunt direct contact opnemen met andere studieverenigingen.