Door de nieuwe Woningwet kan de bouw van 1000 studentenwoningen in Amsterdam niet doorgaan. Lees in dit artikel hoe dit kan en waarom ASVA samen met studentenbonden uit heel Nederland een brief aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Lees hier de brief die ASVA samen met de andere studentenbonden aan de Tweede Kamer heeft verstuurd.
Verschillende studentenhuisvesters werken al vanaf 2012 samen met beleggers in de bouw van betaalbare studentenwoningen. Vooral tijdens de crisis was dit een uitkomst. De investeringsmogelijkheden en het eigen vermogen van corporaties was klein en op deze manier konden er toch nog betaalbare studentenwoningen gerealiseerd worden. Maar ook nu merken corporaties dat zij met eigen middelen niet in staat zijn om de grote vraag aan betaalbare studentenwoningen in Amsterdam te beantwoorden. Op dit moment zijn er namelijk 9.000 studenten op zoek naar een betaalbare woning in Amsterdam – een enorm aantal.
Om toch aan de vraag te beantwoorden, werken verschillende studentenhuisvesters in Nederland samen met beleggers. De belegger ontwikkelt het gebouw en is daarbij eigenaar. Na de oplevering van het gebouw huurt de woningcorporatie het pand en verhuurt de woningen vervolgens aan studenten. Voor studenten blijft de huur op deze manier betaalbaar.
Nu stelt de nieuwe Woningwet, die per 1 juli 2015 is ingegaan, dat woningcorporaties en studentenhuisvesters alleen panden in eigen bezit (en dus niet de gebouwen van derden) mogen beheren en verhuren. Voor de realisatie van woningen voor vluchtelingen is hier door minister Blok al een uitzondering op gemaakt. Gezien de forse tekorten in Amsterdam is ook een uitzondering voor studentenhuisvesting van groot belang. De nieuwe Woningwet zal de bouw van betaalbare studentenwoningen de komende jaren stilleggen. Het is de Amsterdamse student die hier de dupe van is.
Volgens minister Blok van Wonen en Rijksdiensten kunnen louter particuliere investeerders de bouw van studentenwoningen prima overnemen, dus zonder corporaties. Maar wanneer we naar een situatie gaan waar corporaties geen betaalbare studentenwoningen meer kunnen bouwen en de vrije markt dit gaat ondervangen, zullen de huurprijzen voor Amsterdamse studenten enorm stijgen. Het basisprincipe van de vrije markt – vraag en aanbod – is hier de boosdoener: er zijn te weinig woningen voor de vele studenten die een kamer zoeken. De schaarste en de nood om te wonen maakt dat veel studenten deze stijgende huren blijven betalen.
Studenten hebben door het leenstelsel al te maken met een hogere studieschuld. Het is daarom van groot belang dat studenten niet nog verder op kosten worden gejaagd. Uit de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2015 blijkt dat studenten gemiddeld 55 procent van hun inkomen kwijt zijn aan hun woonlasten. Dit percentage is gestegen ten opzichte van vorig jaar en de betaalbaarheid van studentenwoningen is dus gedaald. De verwachting is dat dit percentage met de nieuwe Woningwet alleen maar verder zal stijgen.
Maar waarom is deze wet er dan gekomen? De minister vindt het niet verantwoord dat studentenhuisvesters gebouwen van beleggers huren om die vervolgens tegen een betaalbare huurprijs te verhuren aan studenten. Blok is namelijk van mening dat studentenhuisvesters de risico’s niet aankunnen. Ook wil hij met deze nieuwe wetgeving tegengaan dat particuliere beleggers aanspraak maken op staatssteun. Studentenhuisvesters hebben echter jarenlange ervaring met studentenhuisvesting en kennen deze markt goed. Daarnaast kan in samenwerkingscontracten tussen beleggers en corporaties vastgelegd worden dat beleggers geen enkele vorm van staatsteun zullen ontvangen. Onder dergelijke voorwaarden zou een uitzondering op de nieuwe Woningwet voor studentenhuisvesting gemaakt kunnen worden. En deze uitzondering is nodig, zeker in Amsterdam. Op lokaal niveau wordt er namelijk hard gewerkt aan de realisatie van betaalbare studentenhuisvesting en het oplossen van het grote woningtekort. Dit wordt nu door landelijke wetgeving tegengewerkt.
In de landelijk politiek lijkt men onvoldoende op de hoogte te zijn van de grote lokale gevolgen van de nieuwe Woningwet. Een woningtekort dat niet aangepakt kan worden en mogelijk zelf verder zal groeien, een verdere stijging van de huurprijzen; en het is de student die de klappen vangt. Daarnaast draagt minister Blok bij de invoering van de nieuwe Woningwet geen oplossing aan voor de plannen die nu niet meer door kunnen gaan. De gevolgen van deze wetgeving voor studenten worden niet meegenomen in de discussie.
Via de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) zet ASVA zich hier samen met de studentenbonden uit andere steden voor in. ASVA heeft samen met de andere studentenbonden een brief aan de Tweede Kamer verzonden, die hier te vinden is.