Op maandag 25 januari organiseerde de ASVA studentenvakbond een debat over flexstuderen. De aanleiding van het debat was het nieuws dat de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam een pilot met flexstuderen gaan starten. Dit nieuws leidde tot lokale en landelijke reacties vanuit alle hoeken. Er waren veel positieve geluiden, maar ook veel tegenstanders met felle kritiek. Daarnaast leidde het plan tot veel praktische vragen. Met dit debat wilde ASVA de voor- en tegenstanders een podium geven om te discussiëren over het idee achter flexstuderen. Vijf panelleden behandelden een vijftal stellingen:
- Flexstuderen is een oplossing voor de huidige problemen in het hoger onderwijs.
- Flexstuderen is een vorm van rendementsdenken.
- Flexstuderen heeft geen invloed op het voortbestaan van (kleine) vakken.
- De mogelijkheid om te flexstuderen, faciliteert studenten die iets naast hun studie willen doen.
- Flexstuderen kan alleen een succes worden als maatregelen als BSA en beperkte geldigheid van cijfers worden afgeschaft.
Dat de discussie fel gevoerd zou worden, werd in de eerste paar minuten van het debat al duidelijk. Tweede Kamerlid Mohammed Mohandis en LSVb-voorzitter Stefan Wirken verdedigden hun plan tegenover HvA-student en domeinraadslid Bram Buskoop en Humanities Rally’s Jarmo Berkhout, die in de pilot grote risico’s voor de toekomst van het hoger onderwijs in Nederland zien. Toch biedt de pilot volgens studentassessor Lianne Schmidt kansen. Het experiment moet de mogelijke problemen met flexstuderen tackelen en de terechte zorgen van studenten moeten worden weggenomen.
Het debat legde de tweedeling in de discussie omtrent flexstuderen bloot. Enerzijds biedt de pilot met flexstuderen de mogelijkheid om op korte termijn meer ruimte in het curriculum van studenten te creëren. Anderzijds brengt de pilot op de lange termijn risico’s met zich mee. De initiatiefnemers van het plan kunnen ons niet verzekeren dat de prijs per studiepunt nooit zal gaan stijgen, of dat in de toekomst meer betaald moet worden voor ‘excellente’ vakken. De echte vraag is: zijn we bereid dit risico te nemen?
Of we dat risico willen nemen, is een vraag die ASVA en de medezeggenschap van de UvA en de HvA graag voorgelegd hadden gekregen. Helaas is de keuze om überhaupt een pilot aan de UvA en HvA te starten nooit voorgelegd aan de CSR, de CMR of de COR. De VVD, de PvdA en het CvB van de UvA en de HvA hebben het besluit genomen en dat leidt tot argwaan. Zo duidde panellid Bram Buskoop meermalen dat de medezeggenschap gepasseerd is en dat de HvA überhaupt weinig wordt genoemd in discussies over de pilot flexstuderen.
Tijdens en na het debat waren er vanuit het publiek nog veel vragen. Veel bezoekers waren gekomen in de hoop antwoorden te krijgen op praktische vragen. Krijg ik nog een bestuursbeurs, en kan ik met de pilot flexstuderen er ook voor kiezen helemaal geen vakken te volgen? Wat gebeurt er met het BSA, zullen mijn studiepunten ook langer houdbaar zijn? Als ik mijn vak niet haal, moet ik dan opnieuw betalen? Ook vroeg een student of hij misschien ook zitting mag nemen in de werkgroep die over de invulling van de pilot gaat.
Hoewel een deel van deze vragen antwoorden hebben gekregen, zijn er ook een heel aantal vragen niet gesteld of nog onbeantwoord gebleven. Deze zullen nader ingevuld worden door de werkgroep van de UvA die zich bezig gaat houden met flexstuderen.
Ook ASVA ziet de uitnodiging voor de werkgroep graag tegemoet.