Begin juni werd bekend dat de Eerste Kamer het debat over de langstudeerboete zou overdoen. Het was nog even spannend of de Eerste Kamer dit onderwerp wel wilde behandelen. Het komende jaar zou de boete namelijk nul euro worden. Dit zou geen effect hebben, dus waarom zo’n haast?
Alle vragen en opmerkingen die eerder dit voorjaar aangedragen werden door de oppositie en kritische partijen zouden opnieuw de revue passeren. Het langverwachte debat vond vorige week dinsdag 5 juli plaats. In het debat werden vragen gesteld over onder andere het invoeren van een overgangsregeling, de studietijd van de ministers en staatssecretarissen zelf (Maxime Verhagen deed 11 jaar over zijn studie) en de vraag in hoeverre de maatregel het gewenste effect zal hebben. Studeren studenten wel sneller af door deze maatregel? De PvdA stelde ook de hoogte van het bedrag ter discussie: waar is de 3.000 euro op gebaseerd? Verder waren de mogelijke ‘mazen in de wet’ onderwerp van discussie, want met strategisch in- en uitschrijven zou het mogelijk kunnen zijn de boete te omzeilen.
Desondanks is de Eerste Kamer met een (geringe) meerderheid akkoord gegaan met de omstreden langstudeerboete. Het wetsvoorstel kreeg een meerderheid van de regeringspartijen, aangevuld met PVV en SGP. De wet gaat per 1 september 2011 in en wordt in uitvoering gebracht vanaf 2012. De hoogte van de langstudeerboete is gesteld op 3.000 euro per jaar, dus bovenop het reguliere collegegeld van 1.713 euro. De regeling geldt daarnaast ook voor deeltijdstudenten, een deel van de studenten met een beperkingen en studenten die zich extra-curriculair hebben ingezet.
De drie studentenorganisaties ISO, LSVb en LKvV stappen naar de rechter. Ze hebben juridisch advies ingewonnen bij Stibbe Advocaten en ze stellen dat het ontbreken van een overgangsregeling voor reeds studerenden in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel. Volgens ISO, LSVb en LKvK is de invoering van de maatregel dus juridisch gezien onmogelijk en ze noemen de beslissing daarnaast overhaast. ”De rechtszekerheid is in het geding. De spelregels worden tijdens de wedstrijd veranderd”, aldus ISO-voorzitter Sebastiaan Hameleers. Dit werd eerder geconstateerd door Radboud-voorzitter Roelof de Wijkerslooth en de Raad van State, maar het OCW legde deze kritiek op het wetsvoorstel naast zich neer.
Een tweede aspect van het juridisch advies is het feit dat de toegankelijkheid van het hoger onderwijs in gevaar komt. De drie landelijke studentenorganisaties stellen dat de wet niet aan het gelijkheidsbeginsel voldoet. Stibbe Advocaten haalt hierbij onder andere de Europese verdragen inzake de economische en sociale gelijkheid aan.
De voorzitter van ROOD, de jongerenafdeling van de SP, Leon Botter: ”Dit is een zwarte dag voor het onderwijs. Ambitie en maatschappelijke betrokkenheid worden bestraft en dit gaat ten koste van onze kennis.” ROOD hield voorafgaande aan het debat vorige woensdag een avondwake op het Binnenhof. De organisatie sprak ook zijn zorgen uit over overige plannen van de regering, zoals het afschaffen van de studiefinanciering voor de masterfase.