Onderwijs moet op nummer één bij splitsing HvA-UvA

Vanmiddag verscheen de evaluatie over de bestuurlijke samenwerking tussen de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en de Universiteit van Amsterdam (UvA). Uit dit rapport blijkt dat de doelstellingen, die oorspronkelijk waren bedoeld om het onderwijs te verbeteren, bij lange na niet zijn gehaald. De ASVA studentenvakbond vindt het kwalijk dat de onderwijskwaliteit en inspraak van studenten wederom hebben geleden onder een ondoordachte bestuurlijke constructie.



De ASVA studentenvakbond stelt dat een onderwijsinstelling met een eigen cultuur een eigen organisatiestructuur verdient. Henriëtte Hoogervorst, voorzitter van de ASVA studentenvakbond: ‘Het is goed dat de problemen eindelijk erkend worden. Nu wordt het tijd om naar de toekomst te kijken.’ De stem van de academische gemeenschap moet serieus genomen worden in de wijze en de visie waarop de onderwijsinstellingen uit elkaar zullen gaan. ‘Studenten moeten het middelpunt worden van de discussie. Niet de bestuurlijke ambities’, aldus Hoogervorst.



De evaluatie, uitgevoerd door twee externe onderzoeksbureaus, toont aan dat de fusie van de Colleges van Bestuur van de HvA en de UvA niet tot de gewenste resultaten heeft geleid. De gestelde doelen waren mede gericht op het vergroten van doorstroommogelijkheden van het hbo naar de universiteit en het innoveren van het onderwijsaanbod. De samenwerking tussen onderwijsinstellingen zal waardevoller zijn als de behoeftes vanuit opleidingen zelf komen. Hoogervorst: ‘Het is geen wonder dat deze doelen niet zijn behaald, gezien het feit dat slechts vier mensen de verantwoordelijkheid dragen voor 80.000 studenten. Een vervlochten College van Bestuur is hier niet de oplossing voor, zo blijkt.’