Op woensdag 17 maart is het zover: de Tweede Kamerverkiezingen. In het drieluik aan afleveringen over de aankomende verkiezingen bespreekt host Halil samen met zijn gasten specifieke verkiezingsthema’s die relevant zijn voor studenten. Deze keer is dat het hoger onderwijs. Er zijn veel verschillende ideeën over hervorming van het hoger onderwijs, maar hoe zullen die na de verkiezingen in de praktijk worden gebracht en zijn ze allemaal wel mogelijk?
Halil host samen met gastpresentator Robin deze aflevering van Studentenstof. Ze worden uiteraard vergezeld door vaste gasten Hanna en Emma, en extra gast Cato. Cato is dit jaar de secretaris van ASVA, binnen het bestuur tevens de portefeuillehouder onderwijs en ze studeert Bestuurskunde aan de Hogeschool van Amsterdam.
Emma trapt de aflevering af. Ze benadrukt hoe belangrijk dit onderwerp is voor studenten en wil de luisteraar vragen om te kijken of de partij waar ze wellicht op willen stemmen in hun partijprogramma überhaupt aandacht besteedt aan het hoger onderwijs. “Het is heel opvallend hoe sommige partijen het hoger onderwijs nauwelijks noemen en hoe andere partijen er hele pagina’s aan wijden op hun website. Hoe meer tijd en energie er in zit, hoe beter.”
Als reactie op Emma benoemt Hanna nog dat ze vindt dat er de laatste tien jaar weinig aandacht is geweest voor het hoger onderwijs, en dat studenten partijen daar best op af mogen rekenen tijdens de aankomende verkiezingen. Ze sluit haar punt af met de grote hamvraag: “komen er eindelijk weer eens investeringen in het hoger onderwijs, in plaats van bezuinigingen?”
Hervorming
Wat moet er hervormd worden in het hoger onderwijs? Halil legt zijn gasten deze vraag voor. Stap één is geld, aldus Emma. Maar, voegt ze toe, het is niet zo simpel als gewoon geld naar hogeronderwijsinstellingen toesmijten — er moet ook geld in de infrastructuur van bijvoorbeeld het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap.
Robin kaart hervorming van de enorme toestroom van internationale studenten in het hoger onderwijs aan, zowel vanuit een financieel oogpunt of dat deze toestroom überhaupt wenselijk is. Emma vindt dat door internationalisering de focus steeds meer begint te liggen op het faciliteren voor de internationale student, wat uiteindelijk betekent dat er steeds minder gedacht wordt aan de Nederlandse student. Cato weet nog niet of ze het daar mee eens is, omdat ze het heel waardevol vindt dat een Nederlandse student zelf naar het buitenland kan, alsook dat buitenlandse studenten naar Nederland kunnen komen. Ook brengt ze naar voren dat de VVD een van de partijen is die specifiek in hun partijprogramma benoemt dat ze het aantal internationale studenten willen verminderen. Maar, zegt Emma, zij benoemen dit vanuit de gedachte dat het eigen volk eerst moet komen, terwijl haar probleem met de internationalisering van met name de Universiteit van Amsterdam eigenlijk vooral is dat hierdoor het onderwijs verengelst en dat daarmee kleine studies en bepaalde studieonderwerpen verdwijnen.
Hoge werkdruk
Het onderwijs, er is veel geld mee gemoeid. Een onderwijsinstelling krijgt bijvoorbeeld geld per student die afstudeert en geld voor het aantal behaalde studiepunten. Studies en studieprestaties worden telkens uitgedrukt in geld, is dat een norm die wie in het hoger onderwijs wel moeten hanteren? Cato maakt zich er zorgen om:
“De financiële prikkel bij het hoger onderwijs is zo hoog dat je je af kunt vragen, is de focus van een onderwijsinstelling nog het onderwijzen en het leren, of is het bijna het winst maken op studenten? Een opleiding moet zo snel mogelijk worden afgerond want dan wordt er het meest verdiend. Dat levert voor iedereen in die molen een onveilige en onprettige sfeer op, en een hele prestatiedruk die eigenlijk nergens op slaat, want het gaat niet om het begrijpen van de stof — het gaat om de papers eruit knallen en goede cijfers halen.”
De VVD gaat in hun partijprogramma in op de mooie kansen die het onderwijs biedt en dat ze kwaliteit binnen het hoger onderwijs willen belonen. Ze hebben het niet over prestatiedruk, maar prestatiebeurzen. Ze willen meer geld toekennen aan onderwijsinstellingen, studenten en docenten die op hoge kwaliteit leveren. Daarmee voer je de druk alleen maar op, aldus Emma.
Bètastudies
Een trend die we zien in de laatste jaren is dat er steeds minder geld gaat naar de alfastudies en steeds meer richting de bètastudies, en zelfs daar weer binnen dat er steeds meer richting de technische universiteiten. Alfastudies verdwijnen steeds meer; de moderne talen en de kleine vakgebieden worden nóg kleiner en worden ook steeds minder aangeboden.
De tafelgasten merken op dat de Christenunie verrassend genoeg een van de weinige partijen is die zich hierover uitspreekt. Emma laat zich erover uit:
“Een belangrijk onderdeel hiervan is natuurlijk dat veel bètastudies en bètavakgebieden een makkelijkere brug kunnen slaan, ook in het onderzoek, naar het bedrijfsleven. Die link naar het bedrijfsleven is positiever voor de marktwerking en het economische denken van universiteiten dat nu steeds normaler wordt door gebrek aan geld. Het is eigenlijk allemaal terug te brengen naar hetzelfde probleem.”
Wil je meer weten over wat Emma, Hanna en Cato te zeggen hebben over hoge werkdruk, hervorming van het hoger onderwijs en bètastudies? Luister dan hier zelf naar Studentenstof!
Andra Geurtz