Over de grens? Studeren in het buitenland

De Universiteit van Amsterdam (UvA) vindt het belangrijk dat studenten tijdens
hun studie buitenlandervaring opdoen. Dit blijkt onder andere uit het
‘Strategisch Kader Internationalisering’ waar wordt ingezet op een forse toename
van de uitgaande studentenmobiliteit. De ambitie is dat het aandeel
bachelorstudenten dat in het kader van de opleiding een buitenlandervaring
doet, stijgt naar 25-30 procent. Ondanks de groeiende instroom van internationale
studenten blijft de internationale uitstroom van de UvA bachelorstudenten
achter. De Universitaire Commissie Onderwijs (UCO) heeft daarom
een werkgroep ingesteld met de opdracht de uitgaande studentenmobiliteit
aan de UvA te analyseren en aanbevelingen te formuleren op basis van de
gedane bevindingen.


Een buitenlandervaring biedt een unieke academische, culturele en persoonlijke
uitdaging waar studenten hun hele leven lang van profiteren. In
de Nationale Studenten Enquête (NSE) geeft de meerderheid van de eerstejaarsstudenten
aan dat ze naar het buitenland willen, maar de uitgaande studentenmobiliteit
blijft in het tweede en derde jaar achter. Het is tot nu toe
onduidelijk waarom uiteindelijk slechts een kleine groep uiteindelijk daadwerkelijk
naar het buitenland gaat. Daarom wordt er in dit rapport onderzocht wat er voor studenten meespeelt in de keuze wel of niet een buitenlandervaring op te doen, en welke factoren
hierin het zwaarst meewegen zijn. Het ASVA Onderzoeksbureau en de Centrale
Studentenraad hebben deze vraag in samenwerking met de werkgroep
Uitgaande Studentenmobiliteit bij UvA bachelorstudenten neergelegd, in de
vorm van een enquête met gesloten en open vragen. Deze is door 3.801 bachelorstudenten
aan de UvA volledig ingevuld.Rapport: 

PDF icon

ASVA_onderzoek_Internationalisering_WEB.pdf