Minister Bussemaker zet haar plannen door om de stufi af te schaffen. Dat blijkt uit een brief die zij heeft verstuurd naar de tweede kamer. Studenten zouden in het vervolg geld moeten lenen om te kunnen studeren. Dit betekent dat uitwonende studenten die een 4-jarige opleiding volgen een schuld opbouwen van minimaal 14.700 euro. Voor Amsterdamse studenten zal dit bedrag waarschijnlijk nog hoger liggen door de hoge kamerprijzen. Bussemaker kiest duidelijk voor een asocialer onderwijsstelsel. Naast het schrappen van de stufi zal ook de aanvullende beurs voor studenten met ‘weigerachtige en onvindbare ouders’ geschrapt worden. Verder stond er weinig nieuws in de brief. Dit betekent dat er veel onduidelijkheid blijft over de toekomst van het hoger onderwijs in Nederland.
Er is overigens nog steeds geen meerderheid in de Eerste Kamer voor de invoering van het leenstelsel. De VVD en PvdA hebben de steun nodig van D66 en GroenLinks om het leenstel in te voeren. Thom de Graaf van D66 heeft maandenlang verkondigd dat het leenstelsel een verschrikkelijke klap zou zijn voor het HBO. Helaas blijkt dhr. de Graaf maandenlang slechts lucht te hebben verplaatst; gisteren bleek hij toch voorstander van de invoering van het leenstelsel. GroenLinks is daarmee de sleutel tot de meerderheid in de Eerste Kamer. Zelf is GroenLinks wel voorstander van de invoering van het leenstelsel, maar onder hele andere voorwaarden dan de plannen van Bussemaker.
‘Investeren in onderwijs is essentieel als Nederland sterker uit de crisis wil komen. Onderwijs is de motor van de kenniseconomie en zorgt voor kritische en betrokken burgers. Veel landen kiezen er daarom voor om te investeren in onderwijs. De politiek in Nederland voert slechts kortetermijnbeleid uit. Ze maken zich zorgen om het begrotingstekort van vandaag en legitimeren daardoor alle bezuinigingen, terwijl wij ons zorgen moeten maken over het begrotingstekort over 10 jaar’ zegt ASVA-voorzitter Michiel Stapper. ‘Studenten mogen best wat harder studeren; maar dan moet de kwaliteit van het onderwijs ook verbeterd worden. Nu moeten studenten het met steeds minder doen zonder dat ze er ook maar iets voor terug krijgen. Zo krijg je nooit een sterke kenniseconomie’.