Beleidsmakers hebben er de mond vol van: ‘excellentie’. Hoger onderwijs in Nederland moet ‘excellent’ zijn, zo valt onder meer te lezen in de Strategische Agenda van demissionair staatssecretaris Zijlstra. Maar wat houdt deze gevleugelde term precies in? En wat heeft de student nodig om te kunnen excelleren in tijden van onderwijsbezuinigingen? De ASVA studentenvakbond bracht studenten, docenten en onderwijsbestuurders bij elkaar om te zoeken naar de voorwaarden die nodig zijn om excellent hoger onderwijs mogelijk te maken.
Er werd onder de aanwezige studenten flink gebrainstormd over de voorwaarden voor een excellente studiecultuur. Kleinschalig onderwijs bleek bij velen hoog in het vaandel te staan. Als voorbeeld werd het probleemgestuurd onderwijs genoemd, dat furore maakt op de Universiteit van Maastricht. Kleine groepen studenten werken hierbij aan cases die voortborduren op de lesstof. Theorie en praktijk worden zo naadloos met elkaar verbonden.
Die wetenschappelijke praktijk zou voor studenten ook tastbaarder moeten worden gemaakt, door hen bijvoorbeeld te betrekken bij het onderzoeksveld. Hiermee wordt voor de student gelijk duidelijk gemaakt wat de waarde van hun opleiding is. Blijf daarom ook gedurende de gehele studieperiode wetenschapsfilosofie geven, zo wordt geopperd. Op die manier laat je de student actief nadenken over datgeen waar hij of zij zich jarenlang in verdiept.
Maar excellentie reikt verder dan de collegezalen alleen. Laat studenten meedenken over het onderwijsprogramma, geef ze de mogelijkheid hun eigen curriculum vorm te geven. Dan een puntje van notoire ergernis: de onderwijsevaluaties. Studenten worden om de haverklap om de oren geslagen met deze enquêtes, maar het resultaat daarvan blijft grotendeels binnenskamers. Maak deze evaluaties inzichtelijk voor studenten, zo luidt het devies.
Welke rol heeft becijfering als het gaat om excellentie? Dient participatie te worden meegewogen in het eindcijfer? De meningen zijn hierover duidelijk verdeeld. Excellentie kun je bevorderen door een systeem te hanteren als het Engelse ‘first degree’ en ‘second degree’, waarbij studenten die net niet in aanmerking komen voor cum laude alsnog worden beloond voor hun bovengemiddelde prestaties. Hoge cijfers als maatstaf voor excellent studeren?
Volgens HvA-rector Jet Bussemaker gaat excelleren niet om hoge cijfers of het snel behalen van een diploma. ”Excellente studenten zien studeren niet als doel, maar als middel om zich te ontwikkelen.” Bussemaker deelde een lichte sneer uit aan Zijlstra, die meer hbo-docenten met een mastergraad nastreeft. ”De afgelopen jaren is tijdens de Docent van het Jaar verkiezing telkens een docent verkozen die geen mastergraad heeft. Dat zegt genoeg lijkt mij.”
Het Amsterdam University College (AUC), dat van excellentie expliciet haar missie heeft gemaakt, heeft zo haar eigen kijk op het creëren van een ambitieuze studiecultuur. Met de slogan ‘Een beetje excellent kan niet’ wordt de toon in ieder geval gezet. Vrijblijvendheid staat hier niet in het woordenboek en met een zogenaamde ‘culture of discipline’ worden studenten gestimuleerd om intensief en actief te studeren. Veel contacturen, continue beoordeling, verplichte aanwezigheid en last but not least: herkansingen bestaan niet. Een succesvolle formule waar helaas ook een prijskaartje aan verbonden is. Zo is het onderwijs liefst dertig procent duurder dan regulier universitair onderwijs.
De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO), verantwoordelijk voor de beoordeling van alle opleidingen in het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen, spreekt bij monde van voorzitter Karl Dittrich over het belang van diversiteit. Excellentie is met andere woorden niet voor elke student hetzelfde. ”Veel mensen zien onderwijs als het consumeren van een goed. Daarnaast heb je participanten. Studentenpopulaties verschillen enorm, dat vraagt om verschillende benaderingen.
”De excellente student haalt goede cijfers en werkt hard. Uitdagend onderwijs is daarvoor nodig. Maar elke opleiding heeft natuurlijk een andere missie, een ander doel. Het onderwijs moet toegespitst zijn op dat doel. Daarnaast moeten docenten zich ook blijven ontwikkelen, zowel vakinhoudelijk als didactisch. Het is toch van de zotte dat artsen en advocaten ieder jaar hun kennis moeten laten bijspijkeren, terwijl docenten jarenlang les kunnen geven zonder enige vorm van bijscholing?”
Naar aanleiding van de vele inspirerende ideeen die gedurende de dag langskwamen gaat ASVA een beleidsadvies voor het College van Bestuur en de Centrale studentenraad schrijven. Hou de website in de gaten; we zullen het uiteindelijke document hier publiceren!