Een semester in het buitenland − de clichés voorbij

In het eerste semester van het studiejaar 2019-2020 studeerde ik aan de Universidad de Alcalá (Alcalá de Henares, Spanje). Rondom een uitwisseling − en al helemaal een uitwisseling in Spanje − hangen veel clichés. Sommige vooroordelen zijn gewoon waar, maar je begrijpt ze pas als je de cultuur leert begrijpen.

Wie denkt aan studeren in Spanje, heeft waarschijnlijk al snel een rijtje vooroordelen paraat. Nederlanders zijn er bij uitstek niet zo goed in om die te verbergen. Als ik iemand vertel over mijn uitwisseling duurt het niet lang voordat de cynische vragen komen. “En, nog wat geleerd daar?” “Hoe was de sángria?” “Houd je nu ook siësta’s?”

Het zou natuurlijk leuk zijn als ik nu heel hard clichés kon ontkrachten, maar het moet toegegeven: ze bestaan soms ook met een reden. Dat dingen in het buitenland anders gaan is ook niet zo’n verrassing. Het mooie aan een culturele uitwisseling is niet per se dat je de verschillen ontdekt, maar dat je ze gaat begrijpen. Hoewel going native misschien niet lukt in vijf maanden, heb je wel de kans om van dichtbij te zien hoe het leven er elders aan toegaat − en om te proberen daar zelf van te proeven.

Heb je nog wat geleerd daar?
Zoals elke politiek correcte Erasmus-promotor zal zeggen: je leert alleen al wat door er vijf maanden te wonen. Ook een cliché, maar helemaal waar. 

Om te beginnen heb ik mijn Spaans eindeloos veel meer verbeterd dan me ooit in Nederland gelukt was: je leert het pas als je het gaat oefenen, meer dan de vier uurtjes per week die ik bij m’n vakken Spaans aan de UvA had. En er werd me van tevoren verteld: je moet wel, want met Engels kom je nergens in Spanje.

Dat bleek niet helemaal waar. Het niveau van Engels is er inderdaad − ook op scholen en universiteiten − niet erg hoog. Maar de jonge Spanjaarden zijn zich daarvan bewust en grijpen elke mogelijkheid aan om te oefenen. Ik voelde me soms een beetje als de expat in Amsterdam die de kans niet krijgt om Nederlands te leren. Met het verschil dat de Nederlander Engels spreekt om te laten zien hoe goed hij daarin is, en de Spanjaard om het te leren.

En natuurlijk leer je over de cultuur. Het was wennen om mijn Nederlandse volgeplande agenda door de shredder te gooien (wel makkelijker als je ergens bent waar je toch niemand kent) en het leven wat relaxter en losser aan te pakken. Maar van dag tot dag zien wat er gebeurt, niet weken van tevoren plannen maken maar spontaan samen eten of uitgaan: ik kon er goed aan wennen. Sterker nog, terug wennen aan het Nederlandse druk-druk-druk-studentenleven ging me moeilijker af.

Houd je nu ook siësta’s?
Ik was het niet vergeten hoor: ik ging ook nog naar de universiteit! Ook over de Spaanse universiteiten bestaan vooroordelen, maar om de eerste te ontkrachten: mijn universiteit had geen tijd voor siësta in het rooster gepland. Wel werd er in de hete maanden aan het begin van het semester rekening gehouden met vermoeidheid in de middag, alles werd dan wat rustiger aan gedaan. Niet zo gek ook: ik heb zelf het nut van siësta’s zeker moeten toegeven. Bij 36 graden en ongekoelde universiteitsgebouwen wordt het moeilijk om op volledige kracht te functioneren.

Het niveau van de colleges aan de universiteit lag over het algemeen lager dan ik uit Nederland gewend ben. Ook niet vreemd: Spaanse studenten beginnen jonger aan de universiteit en het schoolsysteem is van lagere kwaliteit. Wat niet wegneemt dat de meeste docenten slim en kundig waren. Maar ze moesten werken met studenten waarvan ze maar weinig aannames konden doen over hun voorkennis.

Ik zal er nog één cliché in gooien: de cultuur waarover je het meest leert als je naar het buitenland gaat, is je eigen. Inderdaad: ik ontdekte dat we in Nederland veel zaken ontzettend goed geregeld hebben. Maar ook dat we onszelf het leven soms moeilijk maken. 

Een 8-8-4-systeem of vergelijkbare manier van opsplitsen van een semester kent niemand in Europa. Ik heb ervan genoten dat bij mijn vakken de docent aan het begin van het semester rustig op het bord kon schrijven dat we vijf boeken dienden te lezen: daar was alle tijd voor. In mijn vakken aan de UvA scant de docent hier en daar een half hoofdstuk in en excuseert zich zelfs dan nog voor het vele leeswerk.

Het maakte dat ik met veel plezier heb gestudeerd in Alcalá. Door het rustige tempo had ik er daadwerkelijk de kans om me te verdiepen in waar ik mee bezig was. Ik had nog nooit een heel boek gelezen, omdat het misschien van pas kwam voor een paper voor een vak. Ik had keuzevakken gekozen om me te verbreden, maar door de tijd en de stijl van onderwijs kon ik me ook nog echt verdiepen.

Hoe was de sangría?
Ja, ook dat is cultuur! Mensen leren kennen gaat nu eenmaal vaak gepaard met een drankje, wat tapa’s en een echte Spaanse uitgaansnacht. Op het terras in de zon, tijdens reisjes door Spanje met andere internationale studenten en in de discoteca heb ik vrienden gemaakt die ik hopelijk nog lang zal spreken. Omdat het toch een beetje voelt alsof we samen in een avontuur terecht zijn gekomen, hebben we genoeg om nog lang over na te praten. Hopelijk na de Coronacrisis weer samen met tapa’s en een sangría in Spanje.

Door Daniël van Kessel, baliemedewerker bij ASVA.